Een landschappelijke basis voor elk ruimtelijk ontwikkelingsproces

In het artikel 'Broodnodig: luis in de pels en olie in de motor' beschrijft Marc Nolden op kritische en overzichtelijke manier de betekenis die de verschillende PARKen in Nederland hebben, en op welke manier ze bijdragen aan een vorm van grensoverschrijdende ruimtelijke kwaliteit. Hij trekt daarbij waardevolle lessen over hoe zo’n organen tot stand komen, wat hun exacte rol kan zijn, het belang van hun (politieke) onafhankelijkheid en tegelijk hun erkenning door politieke organen. Bij Blikveld geloven we dat een Vlaamse vertaling van zo’n PARKen ook hier een grote meerwaarde kunnen bieden.

 
Lees het artikel hier – GEBIEDSONTWIKKELING.NU
 

Een Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit (PARK) ‘is een ruimtelijk adviseur – vaak met een ontwerpachtergrond – die het college van Gedeputeerde Staten (op verzoek) bevraagt, prikkelt en inspireert over trends en ontwikkelingen in het ruimtelijke domein.’

In het artikel ‘Broodnodig: luis in de pels en olie in de motor’ beschrijft Marc Nolden op kritische en overzichtelijke manier de betekenis die de verschillende PARKen in Nederland hebben, en op welke manier ze bijdragen aan een vorm van grensoverschrijdende ruimtelijke kwaliteit. Hij trekt daarbij waardevolle lessen over hoe zo’n organen tot stand komen, wat hun exacte rol kan zijn, het belang van hun (politieke) onafhankelijkheid en tegelijk hun erkenning door politieke organen.

Uit die kritische benadering blijkt alvast dat de PARKen een grote meerwaarde vormen, en dat hun belang ook erkend en gevraagd wordt. Tegelijkertijd waarschuwt Marc Nolden over een afkalvend architectuurbeleid in Nederland, waarbij het integreren van dergelijke kwaliteitsadviseurs geen vanzelfsprekendheid is.

Bij Blikveld geloven we dat een Vlaamse vertaling van zo’n PARKen ook hier een grote meerwaarde kunnen bieden. Zeker wanneer deze vanuit landschappelijke logica’s mee nadenkt over de grensoverschrijdende uitdagingen die vervat zitten in elke ruimtelijke ontwikkelingen.

We zijn In Vlaanderen alvast bekend met zo’n kritische stemmen op regionaal niveau (Team Vlaams Bouwmeester), en op niveau van diverse gemeentes (Stadsbouwmeesters en kwaliteitskamers). Die bouwmeesters tonen ook steeds meer een landschappelijke reflex die noodzakelijk is in het streven naar duurzaamheid. Daarnaast is er binnen de verschillende ruimtelijke beleidsniveaus al veel expertise aanwezig is, hoewel die vaak versnippert is over diverse diensten en agentschappen. Een onafhankelijk kwaliteitsorgaan kan een bijdrage leveren aan dit netwerk door te ‘reflecteren, agenderen, illustreren en inspireren’. Maar bovenal ook door de verschillende actoren te verbinden in het streven naar heldere ruimtelijke projecten gebaseerd op landschappelijke kwaliteit.

Hoe zich dat precies vertaalt naar Vlaanderen is dus afhankelijk van het antwoord op nog vele vragen. Zo is de vraag ‘op welk niveau organiseer je zo’n orgaan?’ alvast een eerste. Koppel je het aan de provincies? Zijn de intercommunales het juiste niveau? Of kijken we eerder naar een verdeling die meer gestoeld is op het landschap zelf – en kunnen de regionale landschappen hier een rol spelen? Is het mogelijk om het verhaal in te kapselen in de werking van het Open RuimtePlatform, waardoor er ook een duidelijke binding ontstaat met een bestaand netwerk en het beleid daaraan gekoppeld?

Veel vragen en uitdagingen dus, maar bij Blikveld denken we hier graag mee over na. We gaan op zoek naar de juiste partners om dit verhaal mee te schrijven, en streven naar een landschappelijke basis voor elk ruimtelijk ontwikkelingsproces.

Bedankt, Marc, voor het overzichtelijke artikel. Het helpt ons in elk geval om enkele scherpe vragen te stellen.