Geert Meysmans met Marthe Reynier op de Blikveld Arena 2023. © Marnick Beerts

Wat gaf de doorslag om te kiezen voor de opleiding van landschaps- en tuinarchitectuur?

Vanuit mijn persoonlijke interesses dacht ik eerst om de studie rechten of politieke en sociale wetenschappen te beginnen. Maar van jongs af aan hield ik van het creatief bezig zijn, zoals vormgeven en ontwerpen en tegelijkertijd van tijd doorbrengen in de natuur. In het begin van mijn zoektocht wist ik niet van het bestaan af van de richting landschaps- en tuinarchitectuur. Op de middelbare school krijg je wel veel uitleg en begeleiding over studiekeuzes, maar dat gaat meestal over klassieke bredere vakgebieden. De rest moet je zelf uitzoeken. Dus vlak voor het einde van de zomervakantie besloot ik toch snel de open dag voor de opleiding tuin- en landschapsarchitectuur te bezoeken voordat ik mijn definitieve keuze zou maken. Door corona was het een één op één rondleiding. Na de uitleg was ik eigenlijk meteen overtuigd om toch deze creatieve, ontwerpende kant op te gaan.

Wat spreekt je aan in het thema ‘landschap’?

Ik ben gefascineerd hoe het landschap er nu uitziet en hoe het tot stand is gekomen door het samenspel van mens en natuur. Als je naar oude kaarten kijkt, zie je een totaal ander landschap en een andere logica. Uit het landschap lees je de geschiedenis, bijvoorbeeld hoe we vroeger het fysisch systeem volgden en hoe we het nu manipuleren, negeren of kapot maken. Dat roept ook de vraag op hoe we er in de toekomst mee zullen omgaan en hoe we er vorm zullen aan geven. Als ontwerper probeer je elke laag van een plek of omgeving te onderzoeken. Je bedenkt dan hoe je hier best, en in samenspraak, een nieuwe laag aan toevoegt.

Welke zaken uit je opleiding zijn belangrijk geweest in functie van jouw kijk op het landschap? Wat uit je Bacheloropleiding zal je het meeste bij blijven?

Het omgaan met context en meerschaligheid zijn sleutelvaardigheden die cruciaal zijn in de opleiding. Het maken van een grondige en doordachte analyse van de ontwerplocatie vormt de essentiële basis voor de verdere ontwikkelingen van een ontwerp.
Daarnaast was ook de stage een zeer leerrijke ervaring waar je alle kennis die je in de opleiding hebt opgedaan eindelijk mag omzetten in de praktijk.

Welke uitdagingen zie je voor landschaps- en tuinarchitectuur in de toekomst, in Vlaanderen en daarbuiten?

Uitdagingen waar we dagelijks in het nieuws mee geconfronteerd worden zoals klimaatsverandering. Ik ben ervan overtuigd dat we als landschaps- en tuinarchitect mee aan het stuur moeten zitten als het over mogelijke oplossingen voor deze uitdagingen gaat.
We moeten robuuste plekken creëren die tegen verandering kunnen, zowel in de kleinste stadstuin tot in de grootste landschappen.
Daarnaast is er de verstedelijking, die zowel een bedreiging als oplossing kan vormen. We hebben de ambitie om het wonen te verdichten en zo ruimte te sparen, maar dit moet hand in hand gaan met kwalitatieve private en publieke open ruimte, speel- en ontmoetingsplekken, natuur- en bosgebieden. Deze moeten tegelijk ontspanning bieden en voldoen aan de klimaateisen.

Wat zijn volgens jou de belangrijkste kernkwaliteiten die een landschaps- en tuinarchitect moet bezitten?

Een landschaps- en tuinarchitect moet ruimtelijk driedimensionaal kunnen denken, op verschillende schalen én tegelijk door de tijd. We zijn een beetje historicus, ecoloog, bodemkundige, architect, socioloog, aannemer enzovoort. Dat is een hele klus. Ons ontwerp moet immers passen in een complexe, gelaagde context en wat het echt bijzonder maakt: het leeft, groeit, ondergaat de elementen en evolueert met de seizoenen. En tegelijk wordt het nog eens gebruikt door zowel mensen als fauna en flora.
Ook de verbeelding is heel belangrijk. Als ontwerper moeten we ideeën ontwikkelen, verbeelden en tot uitvoering brengen. Dat vraagt creativiteit maar ook techniciteit. Creativiteit in het ontwerpen zelf, maar ook in het weergeven ervan in plannen en schetsen. Of het nu met de computer is, met pen en papier of met woorden, we moeten de verbinding maken tussen de ideeën, het ontwerp en de klant of het nu is bij een particulier, andere teamleden of beleidsmakers.

Hoe ziet jou (nabije) toekomst eruit?

Momenteel volg ik een schakeljaar zodat ik volgend jaar aan mijn master stedenbouw en ruimtelijke planning kan beginnen. Ik zie het als een kans om mijn blikveld nog de verbreden en te verdiepen. Wat ik van plan ben te doen na mijn studie, is nog niet helemaal zeker. Ik ben vooral geïnteresseerd in openbare ruimte en eerder grootschalige projecten, op de landschapsschaal. Ik hoop in ieder geval na mijn studie in die richting aan de slag te kunnen gaan.

 
Succes Marthe!